|
||||||||
|
Men noemt Antônio Carlos Jobim (1927 – 1994) wel de Gershwin van de Latijns-Amerikaanse muziek, hij schreef meer dan 400 songs. Op dit bijzondere album horen we een aantal composities van hem vertolkt door een bijzonder duo, Yvonnick Prené op chromatische mondharmonica en Geoffrey Keezer op piano. Sinds zijn verhuizing van Parijs naar New York City is zijn ster aan het rijzen, hij behoort inmiddels tot de absolute top in de wereld van de chromatische harmonica spelers, hij is inmiddels ambassadeur van het beroemde harmonica merk Hohner. Ook jazzpianist Geoffrey Keezer behoort tot de top van de Amerikaanse jazz. Van Jobim vinden we vijf composities op dit album, twee werden geschreven door Yvonnick Prené, een van de Franse zanger Henri Salvador, geboren in Frans-Guyana (1917- 2008) en tenslotte een van het duo Pixinguinha, Braziliaanse componist, fluitist en saxofonist ( 1897- 1973) en Benedito Lacerda, Braziliaanse fluitist en saxofonist (1903- 1958). Het album begint met “Triste” van Jobim, een fraaie compositie waarin Prené volop ruimte krijgt om zijn klasse te laten horen, technisch staat hij zeker op gelijke hoogte als Toots, zo niet beter, maar die typerende, vaak humoristische intervallen en klemtonen van hem, mis ik hier wel. In “Proezas De Solon” van Pixinguinha en Lacerda ligt het tempo nog hoger, het is een wonder dat Keezer niet struikelt over zijn toetsen, zo razend snel gaat het. Bijzonder fraai en melancholisch is “Dans Mon Îsle” van Henri Salvador, heerlijke sfeerrijke muziek. “Vagues à Lames” van Prené geeft hem alle ruimte om zijn technische hoogstandjes te laten excelleren. En dan volgt “The Girl from Ipanema”, de grote doorbraak van Astrid Gilberto, overbekend, maar hier ligt het tempo beduidend lager en klinkt het veel intiemer. “Too many notes”, de titel spreekt voor zich, is van Prené en inderdaad een overdaad aan noten, maar vooral de piano partij van Keezer is van grote klasse. “Desafinado” ook al overbekend krijgt hier ook een speciale bewerking, het tempo ligt beduidend lager, maar de essentie blijft intact. Mijn eindoordeel luidt, een technisch geweldige harmonicaspeler maar hij mist ten enenmale het charisma, de humor en de directe improvisatie van Toots, maar dat is en blijft ook een mening van mij over dat fenomeen. Jan van Leersum
|